Als je je werk op een goede manier vol wil houden, is het nodig dat je er uiteindelijk meer energie van krijgt, dan dat het je kost. Krijg je meer energie dan dat het kost, dan kan het zelfs zijn dat je bevlogen bent in je werk. Andersom kan het zorgen dat je werk stress geeft en uiteindelijk tot uitval leidt.
Wees je er als werkgever van bewust dat generaties tegen dezelfde dingen aanlopen, maar er verschillend mee om gaan. Laat verschillende generaties hun energiegevers definiëren en laat ze zich vooral daar mee bezig houden. Mensen laten doen waar ze geen energie van krijgen, is gegarandeerd een stressfactor.
Ga eens na welke energiebronnen je hebt in je werk.
Voorbeelden van energiebronnen zijn:
Ga ook eens na welke stressbronnen je hebt in je werk.
Voorbeelden van stressbronnen zijn:
Denk eens na over je werkweek: aan welke taken ben jij het meeste tijd kwijt? Schrijf er eens 5 op.
Bepaal dan van deze taken: kosten die je energie of geven deze taken je energie? Hoe zit je erbij aan het einde van de week? Heb je dan nog energie of ben je totaal uitgeput?
Als je op tijd ingrijpt als deze verhoudingen niet kloppen, heb je meer kans om gemotiveerd aan het werk te zijn en blijven. Als je dit laat versloffen heb je kans op stress en uiteindelijk zelfs burn-out klachten.
Bovenstaand is gebaseerd op het JD-R model (Schaufeli).
