In wat voor land willen wij werken? - Reactie SBI

Reactie SBI op Eindrapport van Commissie Regulering van Werk

In wat voor land willen wij werken? Naar een nieuw ontwerp voor de regulering van werk.

Dit is de titel van het eindrapport van de Commissie Regulering van Werk, ook wel de Commissie Borstlap genoemd.
De Commissie probeert antwoord te geven op de veelheid van vragen van de arbeidsmarkt.
Passen de regels rondom arbeid, voor wat betreft arbeidsrecht, sociale zekerheid en arbeidsmarkt nog wel binnen de huidige context van werken? Hebben we het ooit zo bedoeld als het gaat om de inrichting van het brede arbeidsmarktbeleid?
De titel van het rapport ‘In wat voor land willen wij werken?’ geeft ook aan dat we dus een keuze hebben. Het woord willen geeft aan dat we het dus anders kunnen doen, als we anders willen.

Belangrijke vraag.
Daar zit dan ook gelijk een belangrijke vraag. Gaat het erom wat ik wil oftewel gaat het om deelbelangen, of gaat het dus om letterlijk ‘In wat voor land willen wij werken’, dus het grote beeld?
Ik denk dat iedereen het er wel over eens is dat de huidige arbeidsmarkt, met alle vormen van contracten, met het zoeken naar mazen in de wet, met de complexe wetgeving en het gevoel van oneerlijkheid op een aantal thema’s, ons niet tot het beste land maakt waarin wij willen werken.
We horen dan ook uit brede kring dat de analyse wel deugt. Het moet anders en beter.

Waarden van werk.
De adviezen van de Commissie zijn gegroepeerd langs de thema’s: weerbaarheid, wederkerigheid, wendbaarheid en duidelijkheid. Thema’s, die alleen maar goed ingevuld kunnen worden als we het eens zijn over de waarden van werk. Met de moeilijkheid: wat goed is voor de één kan een teleurstelling zijn voor de ander. Het zijn de gedeelde waarden, die de basis vormen om teleurstellingen op te kunnen vangen, te voorkomen.

Weerbaarheid.
In een complexe werkwereld is de weerbaarheid misschien wel het grootse vraagstuk. Hoe weerbaar zijn we? En hoe weerbaar kunnen we überhaupt worden? Waarbij weerbaarheid verder gaat dan een leven lang leren of ontwikkelen. Weerbaarheid is ook een persoonlijke beleving.

Wederkerigheid.
Niet te onderschatten is de wederkerigheid in de arbeidsrelatie. We werken altijd samen, ook als je ZZP’er bent. Mensen zijn tenslotte vooral sociale wezens, die vanuit verbinding met elkaar tot een zinvolle dagelijkse invulling willen komen en levensvreugde willen ervaren. Wederkerigheid is dus per definitie aanwezig en een belangrijke in samenwerken. Maar ook onder wederkerigheid ligt een set van waarden. Als de relatie niet evenwichtig is, dan is de wederkerigheid niet optimaal. Dat vraagt een vorm van wederkerigheid die alle belangen afweegt.

Wendbaarheid.
Pas dan lijkt wendbaarheid een plek te kunnen krijgen als er relatief gezien voldoende weerbaarheid en wederkerigheid is. En wendbaarheid is een must in een 24-uurs economie, die constant met veranderingen te maken heeft.

Maar de wendbaarheid wordt ook te vaak als een antwoord gebruikt (te veel flex), omdat we niet in staat zijn om samen betere oplossingen te vinden. Een mooie zoektocht die al eerder onder de term sociale innovatie is ingezet.


Duidelijkheid.
Tot slot duidelijkheid. Een thema dat een belangrijke oorzaak is van de excessen op de arbeidsmarkt.
Teveel onduidelijkheid zorgt ervoor dat we niet meer gaan bewegen, terwijl het werken constant om beweging vraagt.

Medezeggenschap.
Het SBI was betrokken bij het tot stand komen van het rapport en heeft ook haar bevindingen op het Conceptrapport aangeboden aan de Commissie.

Dit heeft er in ieder geval toe geleid dat de medezeggenschap nu ook genoemd wordt in het Eindrapport. En dat de medezeggenschap in alle facetten van het eindrapport een belangrijke rol speelt is voor ons buiten kijf.

Wij zullen binnenkort informatiebijeenkomsten organiseren over de rol van de medezeggenschap en de uitwerkingen van dit Eindrapport. Daarover hoort u nog van ons.
 

Jaap Jongejan


Doorn, 27 januari 2020