Handreiking medezeggenschap pensioen kleine werkgevers

Werkgevers met minder dan 50 werknemers hebben een zorgplicht naar hun personeel als het gaat om pensioen. Werkgevers moeten hun werknemers goed informeren over pensioen. Niet inlichten kan leiden tot aansprakelijkheid of schadeplichtigheid. Maar wanneer moeten werkgevers over pensioen praten en met wie?

Aangezien veel kleine werkgevers niet op de hoogte zijn van deze zorgplicht, heeft de SER een handreiking gepubliceerd die uitlegt welke communicatiemomenten over pensioen er zijn, door wie en met wie. Ook legt deze handreiking uit in welke gevallen werknemers medezeggenschap hebben over pensioen. 

De basis voor de communicatie over pensioen met werknemers zijn de bepalingen in de Pensioenwet. Daarin is onder meer bepaald dat:  

De werkgever  

  • binnen drie maanden na het sluiten van een pensioenregeling informatie over de inhoud van de pensioenregeling en de toeslagverlening aan de deelnemende werknemers geeft;
  • de werknemer wijst op de website van de pensioenuitvoerder en op de mogelijkheid het pensioenregister te raadplegen (artikel 21 lid 1 Pensioenwet).

De pensioenuitvoerder  

  • jaarlijks aan de deelnemende werknemers een pensioenoverzicht toestuurt;
  • de deelnemende werknemers informeert over wijzigingen in de pensioenovereenkomst;
  • de (gewezen) deelnemende werknemers via mijnpensioenoverzicht.nl inzage geeft in hoeveel pensioen zij hebben opgebouwd;
  • de pensioengerechtigden informatie stuurt wanneer zij met pensioen gaan.

Er kan sprake van zijn dat werknemers medezeggenschap hebben over hun pensioen, ook al is hij maar een kleine ondernemer. Dat is geregeld in de WOR. Voorwaarde is dat de ondernemer ook zélf besluiten kan nemen over de pensioenregeling of onderdelen daarvan.  

Personeelsvergadering 
Als de onderneming minder dan 50 werknemers heeft, dan is de  werkgever verplicht ten minste twee keer per jaar met de werknemers in een personeelsvergadering (PV) bij elkaar te komen. Dat betekent dat de werkgever met alle werknemers om de tafel zit.  

Personeelsvertegenwoordiging 
Als de werkgever 10 of meer werknemers heeft, kan hij de betrokkenheid van werknemers ook organiseren via een vertegenwoordigend orgaan. Dat is efficiënter, gaat sneller en maakt het eenvoudiger alle werknemers te bereiken. Dan stelt de werkgever een personeelsvertegenwoordiging (PVT) in. Sinds 1 januari 2019 zijn de medezeggenschapsrechten van de PV en PVT over de pensioenregeling uitgebreid.  

Adviesrecht  
De werkgever moet de PV/PVT over wijzigingen in de pensioenregeling om advies vragen. Voorwaarde hiervoor is wel dat die wijzigingen in de pensioenregeling ten minste 25 procent van de werknemers raakt.  

Informatierecht  

  • Aan de PV/PVT moet de werkgever alle gegevens over pensioen geven die de PV/PVT nodig heeft voor de vergaderingen. Als de werkgever die gegevens op schrift heeft, moet hij deze gegevens schriftelijk aan de PV/PVT geven.
  • De werkgever moet de PV/PVT zo snel mogelijk informeren over elke vaststelling, wijziging of intrekking van een pensioenuitvoeringsovereenkomst. Als de werkgever die informatie op schrift beschikbaar heeft, dan moet hij die informatie schriftelijk aan de PV/PVT geven.

Initiatiefrecht 
De PV/PVT kan het onderwerp pensioen zelf op de agenda (laten) plaatsen.  

Geschillenregeling  
De kantonrechter kan beslissen bij geschillen tussen de werkgever en de PV/PVT over naleving van het hiervoor genoemde adviesrecht, informatierecht of initiatiefrecht. 

Bron: Salarisnet